image/svg+xml

Een boerenleven in Rectum. Deel 1.

Verhaal

Een boerenleven in Rectum. Deel 1.

Plaatje bij verhaal: wk_20.19_kippershoekweg_2_1_jr.1908_maassen_van_de_brink.jpg

Uit het archief van Wederaardigheden. Een boerenleven in Rectum. Deel 1.

Fotoonderschrift: De boerderij aan de Kippershoeksweg 2 van Maassen van Brink in 1908.

Uit het archief van Wederaardigheden. Een boerenleven in Rectum. Deel 1.

(ofwel: de hand aan de ploeg en de blok vooruit)

Op 8 oktober 1997 waren we op bezoek bij de (inmiddels op 14 december 1997 overleden) heer Hendrik Maassen van den Brink om naar zijn verhaal te luisteren en deze op te tekenen.

Hij vertelde:

Mijn moeder heette Grietje Bijsterbosch en is op 5-10-1870 geboren in Heerde. Ze verhuurde zich als dienstmeid bij boeren in de omgeving.

Haar eersteling was een voorkind. In die dagen was armoe troef en schraalhans keukenmeester; ze was dan ook op haar ouders aangewezen, bij wie ook het geringste muntje een paar maal moest worden omgekeerd, eer tot uitgeven besloten werd.

Na verloop van tijd kwam er een weduwnaar in beeld die Grietje met haar kind wel wilde trouwen. Deze man, Berend Draaijer geheten, had twee zoons, Klaas en Albert en een dochter Hanna (Hanna trouwde later met Egbert van den Broeke, eerst smid van beroep, later had hij een galanteriezaak).

Berend Draaijer en Grietje Bijsterbosch trouwden in 1894 en kregen een zoon, Jacob. Na het overlijden van Berend in 1898 werd er nog een zoon geboren, die Berend genoemd werd.

Ook nu dreven er donkere wolken boven het gezin; enkele jaren van grote zorgen braken aan. Kerk en familie sprongen wel wat bij naar het bleef moeilijk om zonder schilden verder te kunnen leven.

Men kwam aan de weet dat er in het Overijsselsche een weduwnaar woonde die een vrouw zocht.

De man, een keuterboertje en veehandelaar had twee kinderen, een dochter Dina en een zoon Jan.

Deze, voor Grietje tweede echtgenoot, heette Willem Maassen van den Brink en huisde in een kleine boerenbedoening in de buurtschap Rectum.

Met haar weinige spulletjes en de vijf kinderen (haar eersteling was inmiddels in 1897 overleden) bereikte Grietje per boerenwagen, via het pondje, de overkant van de IJssel en ging het onbekende tegemoet. Het enige koebeestje dat ze rijk was, werd voorzien van een kaartje, aan de zorgen van een expediteur toevertrouwd, die vervolgend Wierden voor Hierden aanzag. Maar via een omweg kwam toch alles op z’n pootjes terecht.

Willem Maassen van den Brink en Grietje Bijsterbosch trouwden op 7 maart 1901. Er was maar weinig plaats in het boerderijtje voor de negen personen die het gezin toen telde. En er kwamen nog een vijf kinderen bij: Dieks (de latere veevoerderhandelaar), Jenneken, Willem, Gerrit en de verteller van deze familiegeschiedenis, de jongste zoon Hendrik. Door het almaar uitdijende gezin met zijn “vier soorten kinderen”werd het passen en meten om elk een slaapplek te kunnen geven.

Hendrik heeft – gelukkig voor ons – ook zelf al veel op papier gezet:

In ging 6 jaar naar de School met de Bijbel aan de Burg. Warnaarstraat, de klassen waren groot, 44 leerlingen waren geen uitzondering. De Geref. School aan de Wilhelminastraat was er toen nog niet. De zes leerkrachten in die tijd waren de juffrouwen Haverkamp, Bekkenkamp en Van Loo en de meesters Compagner en Michel met als hoofd meester Budding.

Het was ongeveer een half uur lopen naar school, derhalve bleven we in het middaguur over in de “broodklas” en hielden ons dan hoofdzakelijk bezig met voetballen. Er sneuvelden bij dat spel nogal eens een paar klompen, en ook het slaapkamerraam van het boerderijtje van de fam. Kamp “de Kunnink” was dikwijls aan de beurt en leverde vaak hevige scheldpartijen op.

De weg terug konde we in een half uur niet redden, dan werd er geknikkerd, kattekwaad uigehaald (o.a. ekstereieren oethaal’n) en tamme kastanjes gepikt bij Van den Elst. Onderweg, nabij de watermolen, spiedden wij in een sloot waarin je nog tot op de bodem kon kijken naar katvisjes.

Toen ik van school kwam, was ik 12 jaar. Onmiddellijk wachtte mij de veenarbeid. Mijn vader had een grote veenakker in het Wierdense Veld.

Samen met mijn broer Willem en zuster Jennigje werkte ik mee aan de turfwinning. Mijn broer groef of stak de turf en Jennigje en ik droegen die af, zoals dat werd genoemd. We staken ook turf voor de verkoop; ik vond het helemaal geen leuk werk, mijn interesse ging uit naar de boerderij. Ik heb een liefde voor mooie koeien, varkens en natuurlijk paarden. Mijn aandacht voor dee-verbetering heeft me zo later in een groot deel van de wereld gebracht.

 

Wordt vervolgd …..

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.