image/svg+xml

Een boerenleven in Rectum – Slot

Verhaal

Een boerenleven in Rectum – Slot

Plaatje bij verhaal: wk_24.19_boerderij_maassen_van_de_brink_boerderij_uit_1956.jpg

Een boerenleven in Rectum – Slot

Fotoonderschrift: De boerderij van de achterkant gebouwd in 1956, met links gedeeltelijk de nieuwe stal.

Een boerenleven in Rectum – Slot

Op 8 oktober 1997 waren we op bezoek bij de, inmiddels op 14 december 1997 overleden, heer Hendrik Maassen van den Brink om naar zijn verhaal te luisteren en deze op te tekenen. Vandaag alweer het laatste deel.

Hoogtijdagen…….

De nieuwjaarsdag gaf ook bij ons knal- en vuurwerk, al was er een grotere overlevingskans voor de oren; we gebruikten minder grof geschut, de melkbussen die knallerij van wat minder omvang.

Op nieuwjaarsdag trok de jeugd gewoontegetrouw de buurt in, wenste een ieder die het horen wilde naar keuze een gelukkig of zalig nieuwjaar en streek als regel een paar losse centen op.

Pasen bracht meer vuurwerk dan nu. De paasvuren brandden alom, het Twentse volkslied bevestigt dit. We verheugden ons al tijden op de avond van het aansteken.

Met glinsterende ogen keken de toeschouwers in de gloed en als de as hier en daar vrij kwam en afgekoeld was, maakten we de meiden zwart.

We hielden wedstrijden wie de hoogste “boaken” had. Dat werd in de hand gewerkt door het vele voorradige hout. Van vergunningen hadden we nog nooit gehoord en de bossen boden vele mogelijkheden.

Hemelvaartsdag. Meer nog dan nu, trokken koppels jongelieden per fiets de natuur in, al was de pedaaltred van de karretjes nog niet zo soepel als tegenwoordig. Voorop reden vaak een paar harmonicaspelers, die zorgden voor feestelijke klanken.

Het Koninginnefeest was een echt hoogtepunt, met spelen en wedstrijden en optochten met versierde boerenwagens. Vele paarden waren er op deze dag in touw, met een roos op het voorhoofd.

Natuurlijk was er wel eens onenigheid tussen rivaliserende kopstukken wat tot gevolg had dat er twee oranjefeesten georganiseerd worden. De naam “oranjebitter” was hier wel op z’n plaats.

De slachtmaand november mag ik natuurlijk niet vergeten. Na maanden oud spek (zolderbalken) te hebben gegeten, al was dat dan ook mondjesmaat, betekende een vers stukje vlees bij de slacht meer dan menigeen zich kan voorstellen.

De huisslachting was een algemeen geldend gebruik en overal zag je buiten de varkens op ladders hangen. Dat was een gewoonte die ook te maken had met het afsterven. Maar – denk ik – ook dikwijls een stukje boerenshow, wie had het vetste varken.

Pinksteren en Kerst sprongen er niet zo uit.

Maar Oudejaarsavond maakte alles goed: er kwam dan een uitgebreide maaltijd voor het eigen gezin en de familie op tafel. Toafelkesoawnd.

Het was de gewoonte om alles wat maar zo’n beetje los zat in de buurt weg te slepen en op bepaalde plaatsen bij elkaar te brengen. Deze gewoonte was ontstaan door het inpikken van puthaken en die elders op een hoop te gooien.

Later ontaardde de wegsleperij soms in het veroorzaken van schade.

Inzet van veldwachters was niet te vermijden, maar de jeugd bleek vindingrijk. Soms gelukte het ze de Hermandad te lokken naar buurtschappen waar zogenaamd “iets aan de hand” zou zijn, maar daardoor kon het kwaad dan elders mooi door gaan.

Naar mijn mening zijn hiermee de gebruiken het jaar door wel voldoende  beschreven.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.