image/svg+xml

Geschiedenis van de Gereformeerde Jongelingsvereniging De Heere is onze banier! Notter deel 1.

Verhaal

Geschiedenis van de Gereformeerde Jongelingsvereniging De Heere is onze banier! Notter deel 1.

Plaatje bij verhaal: wk_44.18_het_gebouwtje_aan_de_schapendijk_31_van_de_jongelingsvereniging_de_heere_is_onze_banierhet_werd_afgebroken_in_1985.jpg

Geschiedenis van de Gereformeerde Jongelingsvereniging De Heere is onze banier! Notter deel 1.

Foto-onderschrift: Het gebouwtje aan de Schapendijk 31 van de Jongelingsvereniging  “De Heere is onze banier”het werd afgebroken in 1985.

Geschiedenis van de Gereformeerde Jongelingsvereniging De Heere is onze banier! Notter deel 1.

Bron: Veerkaant in nen dreehook van Harry Strieks

Deze kikkerfrisse jeugdclub  ‘Immanuel’ is nu het enige nog levende overblijfsel van het christelijke jeugdwerk van weleer in de buurtschappen. In zijn historisch overzicht ‘Geschiedenis van de Jongelingsvereniging op Gereformeerde Grondslag ‘De Heere is onze banier’ te Notter’ , beschrijft de heer D.(Dirk) ter Steege het ontstaan van het christelijke jeugdverenigingswerk in Notter en Zuna. Van zijn door noeste vlijt tot stand gekomen historisch overzicht maak ik graag, en met zijn toestemming, gebruik om ook in dit boek hiervan iets vast te leggen.

“Omstreeks 1890 is onder leiding van G.J.  ter Avest ( Jennekes Gerrit Jan ) in de boerderij van de Bisschop, later Holsappel, enkele keren vergaderd met het doel een Hervormde Jongelingsvereniging op te richten. Enkele bezoekers o.a. G.J. van de Haar, B. Beldman en F.J. Lohuis wensten een vereniging op Gereformeerde Grondslag en met deze opzet ging de meerderheid, ook van Hervormde zijde, akkoord.

De eerste aanwezige notulen zijn gedateerd 6 april 1894, maar vermelden ook de goedkeuring van eerdere notulen.”

Schrijft Dirk ter Steege in zijn bijna twintig bladzijden tellend resumé van de nog voor handen zijnde notulenboeken. Het is dus niet exact vast te stellen wanneer de oprichtingsdatum was. Op grond van zijn naspeuringen vermoedt Dirk dat deze datum moet liggen in de buurt van begin 1894 of eind 1893.

“De voorzitter van de vereniging was G.J. van de Haar en de secretaris F.J. Lohuis. Op 6 april 1894 werd gelezen door G.H. Beverdam Genesis 10 en

“ hebben datzelfde hoofdstuk verhandelt. Dat besproken hebbende heeft G. ten Seldam en G.J. Alferink elk een Bijbelopstel voorgedragen, eindelijk is vraag afgehandeld waar men vorige keer niet eens denkenswijze over was”,

aldus de letterlijke tekst van de notulen.

Er werd vergaderd bij van de Haar aan huis op zaterdagavond van 8 tot 10 uur. Als in mei 1894 de werkzaamheden op de boerderijen toenemen, wordt besloten om slechts één uur te vergaderen van 9 tot 10 uur. Dat de vereniging al langer bestond, blijkt uit het feit, dat ze al begunstigers had. De notulen vermelden de aanwezigheid van een begunstiger. Bij en door van de Haar werd ook catechisatie gegeven aan de Hervormde en Gereformeerde Jeugd “,  citeren we uit het genoemde overzicht en vervolgen:

“Men kon al lid worden op 13-jarige leeftijd en was dan lid als minderjarige. Ook in de contributie werd er rekening mee gehouden: de meerderjarigen betaalden 5 cent en de minderjarigen 4 cent.”

Er is variatie in de vergaderingen. De ene bijeenkomst wordt een gedeelte uit de Bijbel besproken, de volgende vergadering komt een opstel met vragen aan de orde.

Ieder jaar staat een jaarvergadering op de planning. Dit feestelijk gebeuren houdt men volgens Dirk waarschijnlijk in de Openbare School van meester van Kregten, de school die later tot het verenigingsgebouw ‘Irene’ wordt omgebouwd. Op een jaarvergadering wordt een feestrede uitgesproken door bijvoorbeeld Ds. Oudendag of meester Bruggink uit Rijssen. Voordrachten en samenspraken staan ook geprogrammeerd. Op deze jaarvergaderingen zijn de begunstigers uiteraard ook welkom, evenals afgevaardigden van verenigingen uit de omgeving van Notter en Zuna. Plaatsen die een uitnodiging ontvangen, zijn onder andere:  Rijssen, Nijverdal, Kollenstaart (Hulsen) ,Wierden, Enter, Holten, Daarle en Almelo. Deze verenigingen sturen Notter ook bericht om te komen op hún jaarvergaderingen. Zo vinden er uitwisselingen plaats en ontmoet men gelijkgezinden. Men is zeer trouw in het gehoor geven aan de convocaties! Niet alleen de eigen plaatselijke groep is van belang, ook het in een groter verband opgenomen te zijn, wordt als stimulerend  en verrijkend ervaren.

“Op de ledenlijst van 15 september 1906 staan als lid vermeld:

G.J. van de Haar, G.H. Beverdam, H.J. Wibbelink, G.J. ter Avest, G.J. Hietland, F.J. Wessels, A.J. Wessels, J. Hofman, J. Schuitemaker, E. Beltman, H.J. Beltman, G.H. Brinks, J.H. Lammers, H.J. Lammers, Mannes Wolters, H.J. Loohuis, W. Lichtenberg.”

 De vereniging krijgt met een zekere regelmaat bezoek namens de ring Almelo. Op 13 maart 1909 komen drie leden van de vereniging uit Holten en vragen of de Notterse vereniging zich wil aansluiten bij de bond van Gereformeerde Jongelingsverenigingen. De voorzitter antwoordt de Holtenaren dat er later besloten zal worden . Eerst op 27 december 1922 wordt de vereniging lid van de bond. Ondanks dat de J.V. geen lid was, bleef de onderlinge band met de genabuurde verenigingen bestaan. Er was wel een onderlinge band, maar geen bond.

In 1909 wordt op 21 mei een vergadering belegd over het oprichten van een verenigingsgebouwtje in Notter. In Nijverdal aan de Koersendijk staat een noodkerkje dat te koop is. Dit gebouwtje wordt gekocht en zal door het lid en timmerman  Jan Hofman in elkaar worden gezet op een stukje grond dat voorzitter van de Haar gratis ter beschikking stelt.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.