image/svg+xml

Kamp Arbeidsdienst De Vossenbos bij Wierden

Verhaal

Kamp Arbeidsdienst De Vossenbos bij Wierden

Plaatje bij verhaal: her1-5_foto1.jpg

Oud-Wierdenaar Herman van der Elst, directeur-eigenaar van een grote wasserij aan de Rijssenseweg in Wierden, was in de dertiger jaren van de twintigste eeuw de eigenaar van een perceel bosgrond tussen het dorp Wierden en de buurtschap Hoge Hexel. Het perceel lag aan de Bruinehoops- en de Oude Zwolseweg.

Van der Elst kapte het hout, verkocht het als mijnhout aan de staatsmijnen in Limburg en deed vervolgens de kale grond van de hand aan de Nederlandse Staat, afdeling Domeinen. Direct na het uitbreken van de oorlog in mei 1940, bouwde aannemersbedrijf Bruns en Bonke uit Almelo er een paar barakken op. Dit was het begin van een groot aantal barakken dat in de loop van de jaren zou volgen.

Gedemobiliseerde soldaten

De eerste bewoners van dit barakkenkamp waren gedemobiliseerde Nederlandse soldaten die in de meidagen van 1940 gevochten hadden tegen de Duitsers. Het heette toen “de Opbouwdienst”. In plaats van een geweer kregen de soldaten een schop en werden ze in de naaste omgeving aan het werk gezet om heidegrond te ontginnen en er cultuurgrond van te maken. Dit duurde een half jaar. Van het werk kwam door gebrek aan ervaring weinig terecht. De “grondwerkers” zwaaiden af en gingen naar huis.

Militair oefenterrein

Hierna kwamen Duitse militairen, hoofdzakelijk gelegen in Almelo, die er in de omgeving een militair oefenterrein van maakten, met loopgraven, houten bunkers, uitkijktorens et cetera. Dagelijks werden er compleet nagemaakte oorlogen gevoerd, als oefening voor de invasie van Engeland, die er nooit gekomen is. De Duitsers verbleven er ongeveer een jaar.

Nederlandse Arbeidsdienst

Inmiddels was de zogenaamde “Arbeidsdienst” opgericht. Een verplichte NSB-organisatie voor jongeren tussen de twintig en vierentwintig jaar, een soort dienstplicht. Deze jongeren werden hier ook tewerkgesteld. Het Staatsbos aan de Bruinehoopsweg in het Wierdenseveen is door deze dienst bijvoorbeeld aangelegd. Verder hield men zich bezig met ontginningen en soortgelijk werk en veel sport. Aan het werkkamp werd toen de naam “Vossenbos” gegeven. Dit ten onrechte, de officiële “Vossenbosch” ligt aan de Oude Zwolseweg. De naam rust op het landgoed en niet op het barakkenkamp. Het einde van de periode Arbeidsdienst kwam in de bekende septemberdagen in 1944. De leiding, die bestond uit NSB-ers, sloeg op de vlucht.

Bundesbahn

Na de Arbeidsdienst kwam de “Deutsche Bundesbahn”. Dit waren Duitse werknemers van de spoorwegen. Prima mensen, die van de oorlog niets moesten hebben. Ze reden met grote vrachtauto’s, want treinen reden er nauwelijks meer. Deze mensen hebben zelfs bij de treinbeschieting in Wierden, op Eerste Kerstdag 1944, de uit de trein gevluchte gevangenen geholpen te verdwijnen naar veiliger plekken, of weer terug naar huis. De spoorwegmensen verbleven twee à drie maanden in het barakkenkamp.

SS

Vervolgens nam de “Hermann Göring divisie” het kamp over. Dit waren zwaar bewapende SS-militairen. De soldaten woonden in de barakken, de officieren werden in Huis “de Vossenbosch” ingekwartierd, met schildwachten dag en nacht om de woning. Geallieerde vliegtuigen hebben het barakkenkamp toen diverse keren beschoten vanuit de lucht, waarbij een aantal Duitse militairen om het leven is gekomen. Deze divisie bleef hier tot aan de bevrijding in april 1945. Het barakkenkamp lag twee dagen in de vuurlinie, Canadese tanks beschoten vanaf Hoge Hexel (ter hoogte van het pompstation en bakkerij Roeloffzen) het kamp en de omgeving.

Na de Bevrijding

Na de bevrijding kwamen er Franse militairen. Enorme tenten werden opgezet. Zij regelden het terugbrengen van mensen die in Duitsland verplicht tewerkgesteld waren gedurende de bezettingstijd. Deze mensen verbleven meestal twee dagen in het kamp. Ze werden eerst in de zogenaamde “Entlausungsanstalt” aan de Violenhoeksweg (een overblijfsel van de Duitse bezetters) gewassen en van nieuwe kleren voorzien. Daarna werden ze teruggebracht naar het land of de plaats van bestemming. Vele nationaliteiten verbleven hier toen in het barakken- en tentenkamp. Deze periode duurde ongeveer een maand. Weer daarna kwamen de militairen van het zo bekende Algonquin Regiment, die, toen de oorlog in Europa afgelopen was, wachtten op terugkeer naar Ontario, Canada. Eerst in augustus, september 1945 vond hun terugkeer daadwerkelijk plaats.

Ambonezen

Het barakkenkamp heeft vervolgens een aantal jaren leeggestaan, tot het begin van de jaren ’50. Toen kwamen de Ambonezen. Vele barakken werden bijgebouwd, zodat er een compleet houten dorp ontstond. De Ambonezen woonden hier vele jaren, tot er woningen voor ze gebouwd werden in het dorp Wierden en in Almelo. Na hun vertrek zijn de woonbarakken gesloopt.

Hippisch Centrum

De gemeente Wierden heeft de grond aangekocht van Domeinen en er trimbanen en wandelpaden aangelegd. Daarna is het geleidelijk aan door de ruitervereniging “de Eschruiters” en de ruiterclub “het Molenbelt” een hippisch centrum geworden. In 2004 was het dat nog steeds.

Bronvermelding:

Uit:  “Laatste herinneringen 1940-1945” Uitgegeven door Stichting Historische Kring Wederden, 2005.

*Titelfoto: Ingang kamp Arbeidsdienst de Vossenbos.

Auteur:B. Scholten
Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, Bezetting, Arbeidsinzet, Werkkamp, Huisvesting militairen
Locatie:Overijssel, NL, Historische kring Wierden, Wierden, Appelhofdwarsstraat 2
Thema's:Duitse bezetting

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.