image/svg+xml

Verbeelding in groen

Verhaal

Verbeelding in groen

Plaatje bij verhaal: her1-6_foto1_stationsstraat_29_geboortehuis_carola.jpg

Verbeelding in groen

Foto: geboortehuis Carola Stationsstraat 29

Verbeelding in groen

                                          

Mijn naam is Carola, ik ben geboren in 1938 als dochter van Simon en Leni de Haas uit de Stationsstraat in Wierden. Mijn vader had samen met grootvader Lion een olie- en vetfabriekje (na de oorlog “de Kroon” geheten) aan de Kerkstraat. In 1942 moesten wij onderduiken. Mijn ouders en grootouders doken onder in Borne. Zij zijn gepakt en kwamen alle vier in Auschwitz om.

Ik kwam terecht bij de familie Van de Boom in Bergen op Zoom. Na de oorlog werd ik eerst door mijn grootmoeder van moeders zijde en later door een oom en tante opgevoed.

Eenmaal volwassen emigreerde ik naar Israël, trouwde en kreeg drie kinderen. Mijn kinderen zijn allemaal getrouwd en ik heb inmiddels vijf kleinkinderen.

Ik werk al meer dan vijfentwintig jaar met gehandicapte kinderen.

Aan mijn ouders heb ik geen enkele herinnering. In 2002 zorgde Gerda Beukers-de Jong voor de verrassing van mijn leven. Zij bracht mij in contact met Gerrie Dijkgraaf- Wesselink. Gerrie was - zoals dat indertijd heette - “het meisje voor dag en nacht” bij mijn ouders. Ik kwam speciaal naar Nederland om haar te ontmoeten. Dank zij Gerrie kan ik me nu een vage voorstelling maken van mijn ouderlijk huis.

Mijn grote hobby is waargebeurde (persoonlijke) verhalen schrijven, waarvan hieronder een voorbeeld.

                                                  

Verbeelding in Groen

1944, Ik ben bijna zes jaar oud en ondergedoken. Het is grote vakantie en de twee kleinkinderen van Moeke (zo noem ik mijn pleegmoeder) zijn er vandaag ook weer. We spelen “vadertje en moedertje” op het grote balkon en zijn “op visite” in het huis waar ik woon. Marijke van twee is ons kind. Pauly wil geen vader zijn, ik ook niet, maar ik ben twee jaar ouder en ik beslis. Zij mag tante zijn. We drinken water uit een blikken poppenservies en roeren en proeven met lepeltjes waaraan je - als je niet oppast - je tong kan snijden.

Moeke stuurt Pauly en mij naar mijn pleegvader die in de koestal bezig is. Ons kind mag ook mee en wij beloven goed op Marijke te passen. We lopen door de tuin en gaan naar het groene hekje dat toegang geeft tot het erf. We sluiten het hekje zorgvuldig, dat moet, anders lopen de kippen weg.

Op het erf valt van alles te beleven, we spelen er graag. We komen langs de bessenstruiken. De kruisbessen zijn al lang geplukt en rode bessen smaken zuur zonder suiker.

Hoog in de boom hangen kersen, dáárkunnen we niet bij.Achter de koestal staat een groene, houten schuur, die de duiventil heet.

Duiven wonen er niet,wélDuitse soldaten. Er is ons ingeprent dat we het woord “moffen” niet mogen gebruiken. We zijn bevriend met deze mannen, ze spelen met ons en we mogen op hun knieën zitten. Soms trakteren ze ons op kleverige, bruine snoepjes die aan elkaar plakken. Dan zitten we met een mondvol snoepgoed en het water loopt uit onze mond.

Het trommeltje wordt afgeleverd en we lopen even naar de duiventil. Er is niemand.

We komen langs de pulphoop, daar mogen we niet op. Het is voer voor de koeien en de varkens en als wij er overheen lopen, vreten de beesten het straks niet.

Vandaag is er niemand die ons iets verbiedt en we glijden en glibberen de pulphoop op en af.

Er wordt tegen ons geschreeuwd. Eén zin waarvan twee woorden in mijn geheugen gegrift staan: “schiessen” en “kaput”. Een soldaat in een groen uniform met een groene helm op richt zijn geweer op ons.

Twee kleuters nemen een peuter tussen zich in en rennen voor hun leven. We vliegen het erf over, de tuin in. Het hekje blijft wijd open staan.

Op het balkon vertellen we. Het gebeurde wordt afgedaan als iets dat uit onze verbeelding is ontstaan enwe hervatten ons spel.

Vele jaren na de oorlog vraag ik aan mijn pleegmoeder: ”Geloofde u ons niettoen?” “Natuurlijk wel kind”, hoor ik ”jullie waren helemaal overstuur, maar die moffen woonden bij ons op het erf en ik wilde niet dat jullie bang zouden zijn van Duitse soldaten. Het had jou in gevaar kunnen brengen.”

 

Bialik, Israël Carola Mishori-de Haas

Foto: herdenkingsplaquette onthuld in 2018

 

Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, Toevluchtoord, Onderduik, Pleegkind
Locatie:Overijssel, NL, Historische kring Wederden, Wierden, Appelhofdwarsstraat 2

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.